De spin vervangt haar oude exoskelet voor een nieuwe exoskelet door een ecdysis. Het proces waarbij ze haar oude harde huid van zich afpelt zodat ze kan groeien. Maar kun je onbelemmerd een deel van je verleden van je afwerpen?
Het voelt alsof Maria als een insect haar oude pantser van zich af heeft gepeld. Geen vervelling van de huid zoals bij een zonnebrand, maar een abrupte ecdysis. Na een aangrijpende periode die haar geestelijk had uitgeput, was ze zo’n vier uur geleden totaal bevrijd op het vliegveld in Catalonië geland.
Ze hangt haar ivoorwitte linnen blousejurk over de leuning van de stoel naast het bed. Haar nieuwe Bohemien-kledingstijl voelt nog niet vertrouwd, maar in dit warme klimaat draagt het best comfortabel. Ze opent de schuifdeur naar het balkon en ruikt de zilte zeelucht die als een zucht van verlichting langs haar lichaam glijdt. Blootvoets loopt ze op haar tenen over de hete terracotta terrastegels naar de railing. Dun spinrag tussen de spijlen verraadt een verstreken periode waarin het appartement onbewoond was. De zeelucht en het meedogenloze zonlicht hebben de blauwe verf van de kozijnen en luiken verweerd. In de baai dobberen willoze vissersbootjes als levendige penseelstreken op het blauw van de deinende golven. Bij het aanzicht van de verblindend witte muren die zijn bedekt met terracotta dakpannen en het azuurblauwe water van de Middellandse Zee, vervagen alle indrukken van haar heenreis. Ze neemt plaats in de ligstoel en wrijft zorgvuldig haar blanke huid in met zonnebrandcrème. De broeierige zon doet haar huid prikkelen, haar bh knelt een beetje onder haar oksels en ze voelt een lage rugpijn. Maar Maria stoort zich er niet aan. Het is lang geleden dat ze van een zonnige dag heeft kunnen genieten. ‘Even geen stress,’ fluistert ze zacht tegen zichzelf, terwijl ze de zonnebril op haar neus schuift. Alleen de streling door de wind en het meditatieve, tsjirpende geluid van cicaden dringen nog tot haar door nu ze haar ogen heeft gesloten.
De rust en geborgenheid die het schilderachtige Spaanse vissersdorpje uitstraalt, brengen Maria in gedachten terug naar haar jeugdjaren in Epen. Het Zuid-Limburgse dorp waar ze is geboren en waar ze haar voorliefde voor insecten en spinnen heeft ontdekt. Spinnetjes, kevertjes, wespen en vlinders, die ze in de zomermaanden ving, stonden in potjes uitgestald op een boekenplank boven haar bed. Geleedpotigen en boeken over geleedpotigen waren haar leefwereld. Terwijl haar ouders het schone van Gods schepping aanbaden, geloofde zij steeds meer in Darwins fascinerende evolutietheorie.
Naarmate de zon krachtiger op Maria’s huid brandt, voelt ze hoe een druppel zweet tussen de spijlen van de rugleuning langs haar rug naar beneden laveert. Op haar rechterbovenarm verplaats zich een vreemde kriebeling. Zodra ze haar ogen iets opent, ziet ze dat het een vrij grote zwarte spin is. Al snel herkent ze het ongewerveld beestje dat zich behendig tussen haar donsharen een weg naar de onderarm baant. Het is de Europese zwarte weduwe die hier bekendstaat als de ‘Viuda Negra Europea’. Tijdens haar natuurkundestudie in Wageningen had ze een bachelorthesis geschreven over de verspreiding van giftige spinnen binnen Europa. Deze spin was daarbij onderdeel van het onderzoek. Een venijnige gifbeet van dit spinnetje kan bij mensen misselijkheid, spierkrampen en zelfs hartritmestoornissen veroorzaken. Ze observeert hoe de rood gestipte kogelspin zich met haar glimmend spitse poten behoedzaam voortbeweegt en uiteindelijk via de leuning van de ligstoel haar huid verlaat.
Maria sluit weer haar ogen. Drie slagen van de klok uit de laatgotische kerk galmen door de smalle steegjes van Cadaqués. Een vertrouwd geluid voor de plaatselijke geloofsgemeenschap, maar ook voor Maria. Tot haar 14e levensjaar had zij ook deel uitgemaakt van zo’n gemeenschap. Bij aanvang van iedere zondagsdienst bracht ze het licht in Epen, door het aansteken van de kaars bij het altaar. Haar hemelblauwe ogen hadden de pastoor zo betoverd, dat hij haar het ritueel nog liet uitvoeren terwijl ze zichzelf er al veel te oud voor achtte. Wat begon als iets bijzonders, veranderde in een verplichting. Het dorp met al haar gewoontes begon haar te beklemmen. Haar middelbareschooltijd gaf meer vrijheid. Maar ze voelde zich pas echt bevrijd toen ze naar Wageningen verhuisde voor haar studie natuurkunde aan de WUR, met als specialisatie arthropoda. De spinnenstudie ging haar makkelijk af; ze kon haar baantje als barbediende in het typische Wageningse ‘Café de Zaaier’ er makkelijk naast doen.
Met haar tong bevochtigt Maria haar droge lippen. De bedwelmende warmte op het balkon geeft haar een verlamd gevoel en maakt haar dorstig. Ze verlaat de ligstoel en loopt naar binnen, schroeft de dop van het flesje water dat op het nachtkastje staat en neemt een flinke slok. Haar koffer ligt nog onuitgepakt opengeslagen op het bed. Ze ontdoet zich van haar bh en brazilian-slip en loopt naar de badkamer om te gaan douchen. Het koele water, dat als een verfrissende regenbui op haar hoofd en schouders spat, spoelt de warmte en het luie zweet van haar lichaam en laat haar weer helder denken. Ze hoort de huistelefoon overgaan. Resoluut draait ze de kraan dicht en wikkelt ze zich in een handdoek. Terwijl ze haar zwartgeverfde haren voorzichtig afdroogt, loopt ze naar de slaapkamer en neemt de telefoon naast haar bed op. Het is Patrick, haar OM-advocaat.
‘Hoe bevalt je verblijf?’ vraagt hij.
‘Kan ermee door,’ antwoordt ze koeltjes.
‘Je hebt het daar beter dan Henk hier, Sara.’
‘Het is nu Maria, Patrick… Maria,’ corrigeert ze. ‘Heb je nog nieuws over hem?’
‘Hij gaat in hoger beroep,’ vervolgt Patrick. ‘Hij hoopt op strafvermindering.’
‘Shit… ik hoop van niet,’ zucht Maria. ‘Kan alles weer over.’ Ze moet er niet aan denken dat hij voortijdig dan de nu opgelegde 22 jaar vrijkomt. Hij zal genadeloos tegen haar zijn. Ze had hem de rug toegekeerd en dat verraad vraagt bij hem om vergelding.
‘Zodra ik meer weet, laat ik het je weten… Maria.‘
‘Oké, ik hoor nog van je,’ antwoordt ze bedaart. Even valt er een stilte voordat ze de hoorn ophangt.
Tijdens haar studententijd maakte ze voor het eerst kennis met de avontuurlijke Henk, beter bekend als ‘Heink de Rasdas’. Henk was een goede drinker, echter niet van het bier. Hij dronk dagelijks enkele glazen Lagavulin Single Malt bij het café waar Maria serveerde. Hij had rossig haar en een pokdalig gezicht, dat hij gedeeltelijk wist te verbergen onder een stoppelbaard. Hij droeg afgedragen jeans en T-shirts met opdrukken van zijn favoriete bands, zoals Radiohead, King Crimson of Pink Floyd. De onbezonnen ‘Rasdas’ straalde iets uit wat Maria nog nooit eerder had ervaren en dat fascineerde haar. Na sluitingstijd raakte ze met hem aan de praat. De whisky en haar charme; het zorgde ervoor dat ze zijn harde en stugge barrière al snel wist te doorbreken. En Henk, Henk verloor zich in haar blauwe ogen. Ze belanden in een diepgaand gesprek en uiteindelijk, tegen zonsopgang, in bed. Het resulteerde in een goede vriendschap met soms een gretige vrijpartij. Ze wilden beide geen relatie. ‘De lusten, niet de lasten,’ zei Henk altijd en daar kon zij zich helemaal in vinden.
Alleen de lusten, zo ging Henk ook om met de rechtsstaat. Hij was betrokken bij een illegale wapenhandel. Maria raakte in de loop der tijd steeds meer verweven in zijn criminele netwerk. Hij kon een behoorlijke driftkikker zijn en had geregeld woede-uitbarstingen als de zaken niet helemaal liepen zoals hij het wilde. Zij wist hem dan feilloos in toom te houden. Behalve tijdens een mislukte wapendeal door een conflict met Serviërs. Er bleek vrouwenhandel mee gemoeid te zijn. Razend was Henk geworden. Hij was notabene buitenspel gezet door zijn eigen broer. Dat liet Henk niet over zijn kant gaan; zijn broer moest ervoor boeten. Maria was geschokt, zo had ze hem nog nooit eerder meegemaakt. De dag daarop hoorde ze dat de Rasdas zijn broer, als teken van ‘boetedoening’, naar een afgelegen kapelletje had gelokt. Na een stevige scheld- en knokpartij had hij zijn broer met benzine overgoten en in de fik gestoken. De politie trof Henks broer leunend tegen het altaar aan, nog nasmeulend van de verhitte strijd. Hij had zich stevig verweerd tegen de Rasdas, waardoor maar een gedeelte van de benzine op hem was beland. Daardoor had hij, ondanks zijn vierdegraads brandwonden, de afstraffing ternauwernood weten te overleven. De arrestatie van Henk volgde niet veel later. Die toonde geen enkel berouw. Maar door deze roekeloze wraakactie kwamen voor het Openbaar Ministerie een groot deel van zijn criminele activiteiten aan het licht. Maria twijfelde nog of ze hem zou verdedigen; haar leven had echter een andere wending gekregen. Ze wilde weg uit zijn milieu, weg bij Henk. Als kroongetuige werd ze onderdeel van het getuigenbeschermingsprogramma. Zo belandde ze, na het proces, hier in Cadaqués aan de Costa Brava.
Een kakkerlak kruipt onder het bed vandaan. In een reflex probeert Maria hem met een slipper dood te slaan, maar het insect weet de aanslag te ontwijken en verdwijnt in een kier tussen de plinten. Zorgelijk streelt Maria zachtjes met de vingertoppen over haar harde buik. Ze voelt een lichte trap onder haar huid. Een teken van het nieuwe leven dat ze in zich draagt. Leven waarvan Henk het bestaan niet mag weten en dat ze tot elke prijs zal beschermen.
Juli 2025 * Tekst en illustratie Martin Scheepers©
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende.